Ik herinner mij een hele bijzondere en ontroerende eerste sessie met een man die iedere keer merkt dat zijn relaties met vrouwen stuklopen omdat hij interesse verliest en iets anders wil. Hoe leuk de relatie ook is, of hoe sterk de verbinding ook, uiteindelijk kiest hij er altijd voor om weg te gaan.
Al snel kwam ter sprake dat hij na zijn geboorte een tijdje in de couveuse heeft gelegen, dat hij ook daarna regelmatig werd opgenomen in het ziekenhuis en zijn moeder er dan niet bij kon zijn. Iets waarvan hij wel weet dat het is gebeurd, maar wat in zijn beleving geen rol in zijn leven lijkt te spelen. Hij heeft geen contact met verdriet of vervelende gevoelens daarbij.
Ik merk op dat hij onbewust vecht tegen “voelen” en dat iedere poging om hem met zijn gevoel in contact te brengen wordt ontweken door een vraag over de theorie. En daarna dat het niet te bewijzen is dat dat zo is. Hij is aan het worstelen.
Ik vraag hem of hij zich kan voorstellen dat zijn moeilijke en eenzame start van zijn leven en zijn patroon van bindingsangst nu met elkaar te maken hebben. Dat de angst om verlaten te worden onbewust zo groot is dat hij er onbewust zelf voor kiest om weg te gaan, voordat de ander dat doet. Samen constateren we dat het goed mogelijk is dat de overtuiging “ik toch altijd verlaten zal worden” zijn relaties saboteert.
We besluiten te onderzoeken of zijn onderbewuste ons meer kan vertellen over dit patroon. Na een korte geleide meditatie komt hij plotseling in contact met een onbekend gevoel. Hij vindt het moeilijk om er woorden aan te geven, maar ik zie dat hij ontroerd is. Onrustige bewegingen in zijn handen en vingers vallen me op. Ik moet denken aan het grijp reflex van een baby die probeert iets te pakken. Ik benoem het beeld van een baby die uitreikt naar mama, maar niet beantwoord wordt. Dan voel ik hoe de blokkade bij hem wegvalt. De volwassen man is in contact met de het jonge deel van zichzelf. Ik stel ze aan elkaar voor. Het is even stil.
,,Ja.. en nu?” hoor ik hem met een ongemakkelijke ondertoon vragen. Ik vraag hem of hij kan voelen dat hij nu contact heeft met dat doodsbange en eenzame jonge deel van hem. Hij kan zich er iets bij voorstellen en blijft in contact.
In mij op komt dat dat jonge deel al jaren probeert contact te krijgen met de volwassen man. Om gehoord en gezien te worden. Erkenning te krijgen voor zijn verdriet. Om getroost te worden. Ik reik hem een kussen aan zoals je een baby overhandigt aan iemand die hem wil vasthouden. Liefdevol neemt hij het kussen aan en minutenlang zit hij zwijgzaam met zijn ogen dicht met zijn jonge ik in zijn armen. Hij is zichtbaar ontroerd. Ik ook.
Een enorme eerste stap in zijn proces om het patroon te begrijpen en te verzorgen.
Deel dit bericht
Ik herinner mij een hele bijzondere en ontroerende eerste sessie met een man die iedere keer merkt dat zijn relaties met vrouwen stuklopen omdat hij interesse verliest en iets anders wil. Hoe leuk de relatie ook is, of hoe sterk de verbinding ook, uiteindelijk kiest hij er altijd voor om weg te gaan.
Al snel kwam ter sprake dat hij na zijn geboorte een tijdje in de couveuse heeft gelegen, dat hij ook daarna regelmatig werd opgenomen in het ziekenhuis en zijn moeder er dan niet bij kon zijn. Iets waarvan hij wel weet dat het is gebeurd, maar wat in zijn beleving geen rol in zijn leven lijkt te spelen. Hij heeft geen contact met verdriet of vervelende gevoelens daarbij.
Ik merk op dat hij onbewust vecht tegen “voelen” en dat iedere poging om hem met zijn gevoel in contact te brengen wordt ontweken door een vraag over de theorie. En daarna dat het niet te bewijzen is dat dat zo is. Hij is aan het worstelen.
Ik vraag hem of hij zich kan voorstellen dat zijn moeilijke en eenzame start van zijn leven en zijn patroon van bindingsangst nu met elkaar te maken hebben. Dat de angst om verlaten te worden onbewust zo groot is dat hij er onbewust zelf voor kiest om weg te gaan, voordat de ander dat doet. Samen constateren we dat het goed mogelijk is dat de overtuiging “ik toch altijd verlaten zal worden” zijn relaties saboteert.
We besluiten te onderzoeken of zijn onderbewuste ons meer kan vertellen over dit patroon. Na een korte geleide meditatie komt hij plotseling in contact met een onbekend gevoel. Hij vindt het moeilijk om er woorden aan te geven, maar ik zie dat hij ontroerd is. Onrustige bewegingen in zijn handen en vingers vallen me op. Ik moet denken aan het grijp reflex van een baby die probeert iets te pakken. Ik benoem het beeld van een baby die uitreikt naar mama, maar niet beantwoord wordt. Dan voel ik hoe de blokkade bij hem wegvalt. De volwassen man is in contact met de het jonge deel van zichzelf. Ik stel ze aan elkaar voor. Het is even stil.
,,Ja.. en nu?” hoor ik hem met een ongemakkelijke ondertoon vragen. Ik vraag hem of hij kan voelen dat hij nu contact heeft met dat doodsbange en eenzame jonge deel van hem. Hij kan zich er iets bij voorstellen en blijft in contact.
In mij op komt dat dat jonge deel al jaren probeert contact te krijgen met de volwassen man. Om gehoord en gezien te worden. Erkenning te krijgen voor zijn verdriet. Om getroost te worden. Ik reik hem een kussen aan zoals je een baby overhandigt aan iemand die hem wil vasthouden. Liefdevol neemt hij het kussen aan en minutenlang zit hij zwijgzaam met zijn ogen dicht met zijn jonge ik in zijn armen. Hij is zichtbaar ontroerd. Ik ook.
Een enorme eerste stap in zijn proces om het patroon te begrijpen en te verzorgen.
Deel dit bericht
Gerelateerde artikelen
Gerelateerde artikelen
Over Danny Maas
Door een reeks grote gebeurtenissen in mijn leven, greep mijn lijf plotseling in. Uit het niets. Niets klopte meer.
Ik verslond specialisten, maar kreeg het lek moeilijk boven. Tot ik doorkreeg dat mijn valkuil mijn gevoeligheid was. En dat dat betekent dat ik altijd aan het aanpassen was aan anderen. Door de opleiding Transactionele Analyse te gaan doen ontdekte ik mijn affiniteit met en de passie voor coaching en therapie. Mijn missie ontstond:
Het aanbieden van de hulp die ik zelf had gewild.
Wil je weten wat ik voor jou kan betekenen, bekijk dan mijn aanbod.